De opvoeding van een Labradoodle

In Nederland zijn zeer veel honden. Er wonen ongeveer 16 miljoen mensen en 1,8 miljoen honden. De honden moeten zich goed tussen de mensen kunnen bewegen. Daarom is de opvoeding van een Labradoodle zeer belangrijk wanneer je een pup hebt aangeschaft.

Als het gaat om de vrijheid van de honden moeten ze, omdat er zo veel mensen zijn, daarom wel het een en ander inleveren.

Het is maar goed dat er genoeg hondenscholen zijn waar je kunt leren hoe je de honden in onze maatschappij moet behandelen.

Vaak zijn de cursussen gericht op het buitenleven, terwijl ook het binnenleven van groot belang is.

Hoe de hond zich in huis moet gedragen, wordt niet vaak geleerd op een cursus. Daar ontstaan vaak de problemen.

 

 

Het karakter van een Labradoodle

Een Labradoodle kun je gemakkelijk trainen, omdat het intelligente honden zijn.

Ze zijn daarbij intuïtief en energiek.

Omdat deze honden vaak in huis worden gehouden, zijn ze graag onder de mensen en bij andere dieren. Ze kunnen goed met andere honden opschieten. Laat ze wel wennen aan kleine en grote honden.

Een Labradoodle is vriendelijk en vooral ook beweeglijk. Ze maken graag lange wandelingen en zijn verzot op water. Ze apporteren graag.

Ze houden van kinderen en zijn daarom ideale gezinshonden. Tijdens de socialisatie moet je daar wel aandacht aan besteden.

Het zijn geen goede waakhonden. Ze zullen wel blaffen, maar dat is ook alles wanneer er een vreemde het huis binnenkomt.

Een Labradoodle zal zelf geen ruzie met andere dieren maken. Ze zijn niet dominant.

Eigenschappen

Een Labradoodle is aanwezig wanneer hij onder de mensen is.

Hij heeft een grote behoefte aan regelmaat.

Wanneer hij wat fout doet, moet hij gecorrigeerd worden. Zorg dat je hem of haar nooit fysiek straft. Dat moet je zeker een Australian Labradoodle niet doen. Ze kunnen daar echt niet tegen.

Zorg voor een natuurlijk overwicht.

Belangrijke aandachtspunten

Etenstijd.

Zorg ervoor dat, wanneer je de hond eten geeft, hij rustig is. Zolang hij druk is, moet je de hond geen eten geven. Hij moet tijdens het eten klaarmaken rustig bij je gaan zitten.

Zorg dat je niets zegt als hij druk is. De hond kijkt alleen maar naar je lichaamstaal.

Wanneer hij rustig is, kun je hem eten geven en belonen met de woorden “goed zo”.

Bij meer honden moet je die hond eerst het eten geven die rustig is. Daar leren de anderen weer van.

Het uitlaten van een hond.

Wanneer een hond heel gek doet wanneer je de riem pakt om uit te laten, moet je hem negeren.

Zodra je zelf klaar bent, ga je de Labradoodle aanlijnen. Je moet de riem pas vastmaken als hij rustig gaat zitten. Zeg niets. Kijk de hond alleen maar aan. Dat is genoeg.

In het begin kan deze manier van handelen enige tijd in beslag nemen, maar dat wordt spoedig beter.

Hij moet rustig met je naar buiten lopen. Duwen van de hond is uit den boze. Duwt of trekt hij ga dan weer rustig naar binnen. Hij mag alleen mee naar buiten als hij rustig is.

De route

Zorg dat je zelf de route bepaalt. De hond moet meelopen en niet andersom, zoals je vaak ziet.

De hond mag wel voor zijn baas lopen als de lijn maar niet strak is.

Blijft hij trekken, dan is het verstandig om gewoon te stoppen. Wanneer hij dan weer naar je toe komt is de lijn weer slap. Dan kun je hem of haar belonen en weer verder gaan.

Wanneer het nodig is moet je dit in het begin vaker herhalen. Het kan soms twee dagen duren voordat hij het door heeft maar een Labradoodle is een slimme hond en zal dat snel door hebben.

Blijft hij trekken ga dan gewoon steeds de andere richting op.

Het vereist wel dat je volhoudt, maar elke hond kan dit aangeleerd krijgen.

Er zijn mensen die raar zullen opkijken. Daar moet je je niets vaan aantrekken. Jij bent de hond aan het opvoeden.

De bel

Wanneer de bel gaat, zal een hond vaak blaffen. Dat doen ze om je te waarschuwen dat er iemand aan de deur staat.

Je moet je hond gaan laten zitten en wanneer hij rustig is de deur pas opendoen.

Wanneer hij in de woonkamer kan blijven, moet je dat ook laten doen. Laat de hond niet mee naar de voordeur lopen.

Wanneer je gast binnenkomt en je hond gromt of reageert te veel dan moet hij genegeerd worden. Wanneer hij rustig is, kan hij worden aangehaald.

Spelen

Iedere gezonde hond speelt graag.

Wanneer er gespeeld wordt, moet de baas bepalen en niet de hond.

Wanneer een hond met een speeltje naar je toekomt, moet er niet altijd direct gespeeld worden. Het tijdstip daarvoor bepaal je zelf.

Andere belangrijke zaken

Er zijn nog veel meer belangrijke punten waar je rekening mee moet houden wanneer je een pup in huis haalt.

Springende honden zijn vaak vervelend voor de gasten. Wordt hij of zij dan aangehaald dan wordt er vaak een plasje gedaan. Ook bij het dragen van witte kleding is springen uit den boze. Volledig negeren. Wanneer hij op 4 poten meeloopt, dan een beloning geven.

Op het bed of bank slapen. Begin daar niet aan.

Hij of zij zal ieder commando moeten opvolgen.

Zo zijn er natuurlijk nog veel meer zaken.

Het boek Labradoodle Geheimen

Omdat je goed voorbereid moet zijn, is het belangrijk dat je het boek Labradoodle Geheimen aandachtig doorleest. Hierin staan alle belangrijke punten die je moet weten voordat je een Labradoodle in huis haalt.

Het is een goed en goedkoop boek dat je met plezier leest.

 

 

De opvoeding van een Labradoodle is zeer belangrijk om er veel plezier aan te beleven.