Het onderhoud van de vacht van je Australian Labradoodle.

Een Australian Labradoodle pup

Ondanks dat een Australian Labradoodle een fijne zachte vacht heeft, is het belangrijk dat je die goed verzorgt.

Je moet de vacht om de twee dagen goed borstelen. We weten dat een Australian Labradoodle geen haren verliest, maar er komen wel haren los.

We zien die lossen haren niet in de vrije ruimte komen, omdat ze in de dichte vacht blijven zitten.

Ook de losse huidschilfers blijven in de vacht. Daarom kunnen mensen die allergisch voor honden zijn wel tegen een Australian Labradoodle.

Ook voor het schoonhouden van je huiskamer is het ideaal. Je vindt geen losse haarplukken in huis.

Wil je alles van een Australian Labradoodle weten? Klik dan hier!

Het verzorgen en knippen van de vacht.

Wanneer je aan de vacht van een Labradoodle komt, voelt deze zacht aan.

Toch moet ook een Australian Labradoodle goed verzorgd worden. Je moet hem regelmatig bijhouden met borstelen, maar ook met trimmen, wassen en knippen.

Het haar van een Australian Labradoodle groeit hard. Daarom is het prettig voor je Labradoodle dat de haren rond de ogen met een vaste regelmaat worden weggeknipt.

Bij de ogen kam je het haar omlaag en het haar dat voor zijn of haar ogen komt, moet je afknippen. De ogen moet je vrijhouden.

Een Australian Labradoodle heeft ook een snor en een baard. Die moet je vooral goed bijhouden om te voorkomen dat er viezigheid in achter blijft.

Het haar dat onder de oren komt, moet je kort houden. Zo ontstaan er minder klitten en krijgen de oren verse lucht. Dat is nodig om ontstekingen in de oren te voorkomen.

De Labradoodle

Het knippen van de haren op de poten en de buik.

Het is fijn voor je Labradoodle dat je de haren bij zijn poten goed kort houdt. Worden deze haren lang dan zal er veel vuil mee naar binnen gebracht worden.

Zorg dat de tenen niet zichtbaar worden. Je moet oppassen tijdens het knippen. Gebruik tussen de kussentjes een klein schaartje.

Het is goed voor je hond om de haren op zijn of haar buik goed kort te houden. Er moet niet te veel vuil in blijven hangen.

Voor het haar op de buik veroorzaakt klitten als het te lang is.

Ook het haar rond de anus moet je kort houden. Er moet geen poep in de haren blijven hangen. Wanneer je dat niet goed bijhoudt, wordt de anus afgesloten en zal je hond moeite krijgen om zijn behoefte te kunnen doen.

Voor het knippen en borstelen van de haren is het verstandig om je Australian Labradoodle op een tafel te plaatsen. Zo spaar je je rug en kun je overal beter bijkomen.

Beloon je Australian Labradoodle als hij of zij zich goed gedragen heeft tijdens het verzorgen van de vacht.

De Australian Labradoodle pup

Het wassen van je Australian Labradoodle.

Je Labradoodle zal niet tegenstribbelen wanneer je hem of haar wast. Ze zijn dol op water.

Toch moet je een Labradoodle niet te vaak wassen. De vacht van een Labradoodle heeft een zelfreinigend vermogen.

Wanneer je hond, zonder dat je het in de gaten had, in een sloot springt, zal hij of zij er vies uitkomen. Ook zal je Labradoodle dan stinken en dat moet je niet hebben.

Dan ben je verplicht om hem of haar goed te wassen.

Gebruik een milde honden champoo, omdat dat ook goed voor de huid is.

Wanneer je echter te vaak je Labradoodle wast, dan verstoor je de balans van de vacht en de huid.

Daarom is af en toe afspoelen beter dan wassen.

Wat je krijgt bij de aanschaf van het boek “Labradoodle Geheimen”.

Er zijn natuurlijk nog veel meer punten waar je allemaal op moeten letten bij je Australian Labradoode. Lees daarvoor het boek Labradoodle Geheimen.

Het is een prettig en vooral ook goedkoop boek. Wanneer je het boek Labradoodle Geheimen aanschaft, krijg je als bonus ook nog gratis een aantal andere titels over de Australian Labradoodle.

Aarzel niet om het boek aan te schaffen. Je zult er geen moment spijt van krijgen en het zeker meerdere malen per week pakken om er gewoon in te lezen of als je iets specifieks wilt weten.

Hoe je aan het boek kunt komen? Klik daarvoor hier!