Het opvoeden van een Australian Labradoodle puppy.

Natuurlijk heb je een goede keuze gemaakt als je een Australian Labradoodle pup koopt.

Het zijn schattige honden die niet alleen lief zijn, maar ook zeer sociaal en zorgzaam.

Omdat we in een druk bevolkt land wonen moeten honden veel concessies doen voor wat betreft hun vrijheid, maar ook voor het te tonen gedrag. Er wordt veel van ze verwacht.

Gelukkig voor hen die een Labradoodle willen aanschaffen zijn er genoeg hondenscholen waar ze opgeleid kunnen worden. Toch zijn die scholen vaak gericht op het gedrag buiten, maar ook binnen moeten ze zich goed gedragen.

Het opvoeden van een Australian Labradoodle is niet zo eenvoudig als het lijkt.

Belangrijke voorwaarden bij het opvoeden.

Iedere hond, dus ook een Australian Labradoodle, heeft behoefte aan regelmaat.

Tijdens de opvoeding mag je je hond nooit fysiek straffen. Je moet zorgen voor een natuurlijk overwicht.

Wanneer je gewoon met een rustige stem je pup corrigeert zal dat zeker gewaardeerd worden.

Je pup moet begrijpen dat er pas wat zal gebeuren als hij of zij rustig is.

Het uitlaten van je Labradoodle.

Er zijn veel honden die overdreven enthousiast reageren wanneer ze zien dat ze mee mogen. Daar moet je niet naar kijken.

Je moet heel rustig je jas aandoen en hem dan pas aanlijnen. Hij moet daarvoor rustig gaan zitten anders moet je wachten totdat hij gaat zitten. Je moet ook bij deze handeling niets zeggen.

Je moet je Labradoodle wel dringend aankijken. Het zal in het begin tijd kosten, maar na een aantal keren zal de pup het doorkrijgen.

Wanneer je Labradoodle als eerste naar buiten wil gaan, moet je weer terug naar binnen gaan. Je kunt samen door de deuropening gaan, maar dan op een rustige manier.

Honden willen structuur en vooral ook duidelijkheid.

Wanneer je de rituelen binnen overslaat, zal hij of zij ook vaak aan de lijn trekken. Dat moet je dus voorkomen.

De voeding.

Er zijn honden die helemaal gek worden als ze zien dat hun baasje eten gaat klaarmaken.

Je Labradoodle pup mag ook niet direct aanvallen wanneer je DE bak met voer op de grond plaatst.

Je moet geen eten geven zolang hij of zij druk blijft doen. Doet je Labradoodle dat toch dan moet je gewoon wachten totdat hij rustig is. Ook hier geldT de regel dat je niets moet zeggen.

Je moet pas de etensbak op de grond plaatsen als je hond rustig is.

Het uitlaten van je Labradoodle.

Het moet zo zijn dat je gezellig met je hond gaat wandelen en niet andersom.

De lijn van je hond moet niet strak zijn. Hij mag er niet aan trekken. Zolang de lijn niet strak is kan hij gerust vooroplopen.

Gaat hij of zij trekken dan moet je eerst kleine correcties geven en vervolgens stoppen. Je moet dan weer rustig wachten.

Je pup zal naar je toekomen en “vragen” waarom je niet doorloopt. Dan is de lijn weerslap en kun je je weg vervolgen.

Gaat je hond weer trekken dan volg je nogmaals het ritueel.

De hond moet eraan wennen dat er niet gelopen wordt als de riem strak is.

Krijg je het moeilijk aangeleerd dan kun je als hij trekt weer gewoon de andere richting oplopen. Je moet zelf bepalen welke richting je loopt met je hond en niet andersom.

Blaffen als er gebeld wordt.

Een hond mag blaffen om je te waarschuwen. Als hij geblaft heeft als de deurbel gaat moet je gewoon zeggen “rustig”. Dan moet het blaffen ophouden.

Je moet de hond gaan laten zitten en daarna doe je de deur pas open.

De hond moet in de woonkamer blijven en niet mee in de hal gaan.

Laat de bezoekers in het begin de hond negeren. Geen fysiek of oogcontact is belangrijk.

Als je hond rustig is mag hij aangehaald worden. De beste plaats om te aaien is de kin of de wangen.

Waar ligt je Labradoodle?

Je moet je Labradoodle pup een vaste plaats in de kamer geven bij de mensen die er zijn.

De pup is niet graag alleen. Dan kan hij aan zijn plaats wennen voor als hij ouder wordt.Je moet je hond niet op de bank laten liggen als je bezoek krijgt. Dat vinden de bezoekers vaak niet prettig.

Je mag je hond natuurlijk wel lekker knuffelen op je schoot als hij of zij niet te groot is, maar na een paar minuten moet het genoeg zijn.

Je moet je hond ook niet op bed laten liggen. Een hond behoort zijn eigen plaats in zijn mand of bench te hebben.

Wanneer de hond tegen je opspringt.

Het springen is bij een hond vaak een vorm om aandacht te vragen. Wanneer je hem of haar dan aandacht geeft zal daar vaak een plasje bij komen. Dat moet je niet hebben.

Om het springen af te leren moet je van de hond weglopen en negeren.

Wanneer hij of zij rustig op zijn vier poten staat, mag je hem of haar aandacht geven.

Het negeren is bij een hond een krachtig middel om hem of haar wat aan te leren of af te leren.

Ga niet roepen of uitvallen als de Labradoodle springt. Vooral personen met een witte broek zullen springen niet waarderen.

Beloning geven aan je Labradoodle pup.

Geef als beloning een beloningskoekje als hij of zij dat doet wat je van hem of haar vraagt.

Een goede opvoeding van je pup zal voor jezelf veel plezier opleveren. Ook je Labradoodle zal erdoor gelukkiger worden als hij of zij weet wat er wel en niet gedaan kan en mag worden.

Omdat Labradoodle intelligente honden zijn, zijn de meeste regels gemakkelijk aan te leren.

Je zult van de aanschaf van een Australian labradoodle puppy geen moment spijt hebben.

Ondanks dat je door het lezen van dit artikel al wel het een en ander te weten bent gekomen, is het raadzaam eerst alles te lezen waaraan je moet voldoen bij de aanschaf van een Labradoodle.

Er komt namelijk veel meer bij kijken dan alleen het opvoeden.